April 2023

2 april 2023

Rijkdom

Een goede vriend zat laatst bij mij aan tafel, we zaten nog wat na te praten. En opeens zei hij: je bent de laatste tijd opeens zo met de dood bezig. Het verraste me. De meeste mensen vermijden de dood als gespreksonderwerp als de pest. Hij niet, hij heeft het van heel nabij meegemaakt en weet dat er juist wèl over praten belangrijk is. Ergens heeft hij gelijk. Ik ben me meer bewust geworden van mijn sterfelijkheid. Een item in het journaal deed er nog een schepje bovenop. Van de mannen met uitgezaaide prostaatkanker in mijn variant leeft na 5 jaar nog maar 54%. En na 10 jaar nog maar 25%. Ik hoor inmiddels bij die 54%, nou zien dat ik ook bij die 25% ga horen.
Toch had die vriend ook ongelijk. Ik ben me meer bewust van een eindpunt, ik kan niet anders dan dat onder ogen zien. Ik heb er vrede mee, ik heb per saldo een goed leven. Het leidt er wel toe dat ik me vooral focus op de tijd die aan dat eindpunt vooraf gaat. Gek genoeg gebeurt er nu iets wat eerder is voorgekomen. Toen ik naar Santiago liep om het donker in mij te verkennen en me ervan los te maken kwam ik precies de mensen tegen die ik nodig had. Een priester in een kerk die mij zonder ook maar iets te doen mijn vertrouwen teruggaf. Een vriendin in Spanje, Keiko, die mij liefdevol een spiegel voorhield die mij belangrijke nieuwe inzichten in mijzelf gaf. En nu zijn die mensen er weer. Een andere naam, een andere relatie, maar ze doen hetzelfde. Ze luisteren, ze geven heel precies en liefdevol de dingen terug die er nu toe doen voor mij, die mij helpen mijn koers uit te zetten.
Maar ja, wat is die koers, waar leidt mijn reis naartoe? Picasso zei ooit: ik zoek niet, ik vind. En dat past bij mij. Door te zoeken zie ik datgene of diegene niet waar ik niet naar op zoek ben, maar loop ik er straal aan voorbij. Door mijn ogen en vooral mijn hart open te houden vind ik wellicht iets of iemand waar ik zelf nooit aan gedacht zou hebben.
Er zit een existentiële kant aan. Hoe geef ik vorm aan mijn leven, wat zijn de dingen die ik doe, aan wat en aan wie besteed ik tijd en aandacht. Hoe maak ik soms iemand even blij. Neem ik de tijd om echt goed te luisteren naar iemand die zijn of haar verhaal kwijt wil.
Gisteren was ik op de open dag van een hospice waar een heel goede vriendin van mij werkt als vrijwilligster. Ze heeft het vaak over haar werk daar en ik wilde dat wel eens met eigen ogen zien. Ik was diep onder de indruk van de sfeer daar. Met hoeveel zorg, liefde en aandacht daar wordt gewerkt. En hoe zij helemaal tot leven en tot bloei komt door de dingen te doen die er voor haar echt toe doen.
Mijn reis heeft zeker ook een innerlijke kant, spiritueel zo je wilt. Net als bij die vriendin. Het is ook een tocht naar binnen. Wat leeft er in mij, wat wil nog meer tot bloei komen, wat wil uitdrukking krijgen. Hoe kan ik nog meer worden wie ik feitelijk ben en wat betekent dat dan. Het klinkt misschien zweverig, maar dat is het zeker niet. Het gaat om loslaten van regels en dogma’s die ik heb aangepakt en me eigen gemaakt, maar die niet bij mij horen. Ik heb dat aan mijn vader gezien, die volkomen verstrikt was geraakt in alles wat hem was opgelegd en waaraan hij zich niet heeft kunnen onttrekken. Wat een totaal ander en gelukkiger leven zou hij gehad hebben, had hij het wel gekund. De spirituele kant is de keuze maken tussen leven in armoede of leven in rijkdom. Niet in materieel opzicht, dat heeft er niets mee te maken. In armoede leven is me er voortdurend van bewust zijn wat er niet is, waar ik beperkt ben, wat ik tekort kom. Een uitstekende manier om een treurig, mogelijk zelfs depressief leven te leiden. In rijkdom leven is genieten van wie ik ben, wat ik aan goeds in mij heb, dat delen met de mensen om mij heen, kunnen zien waar ik mijzelf nog kan ontwikkelen en dat ook aandurven. Mijn keus is voor mij wel duidelijk: rijkdom. Het geeft me vertrouwen dat het altijd op de een of andere manier wel goed komt en dat geeft mij rust. Het zou mij niet verbazen als mijn kans om te zijner tijd bij die 25% te horen daardoor wat groter wordt. En zo niet? Nou en? Dan heb ik in ieder geval iedere dag het beste uit mezelf gehaald. Wat wil een mens nog meer? Ik dit dus.


8 april 2023

Vrede

Ik schreef laatst dat ik heel positief in het leven sta en rust ervaar. Sommige mensen kijken daar raar van op. Hoe kan dat nou als je zo ernstig en dodelijk ziek bent. Die gaan er kennelijk van uit dat het leven dan een onvermijdelijke poel van ellende wordt. Dat positieve heb ik juist omdat ik ziek ben en er van doordrongen dat iedere leuke dag er één is. En die rust heb ik zeker ook, althans ik ben hard op weg. Het laat zich wat moeilijk verklaren, want het is geen apathie of onverschilligheid of zo. Er is een soort basis diep van binnen die rotsvast aanwezig blijft, wat er ook gebeurt. Het is een soort innerlijke vrede. Vrede met wat er mogelijk komen gaat en waar ik toch geen invloed op heb. In plaats van daarover te gaan piekeren zet het me juist aan tot het besef dat het leven in beginsel goed is. Vrede omdat ik besef dat ik wel ziek ben, maar dat ik zelf beslis of ik van iedere dag een mooie maak of niet. Vrede omdat ik die ziekte niet ben maar heb en zelf kan kiezen hoe ik daar mee omga. Ik ben geen slachtoffer van een zootje woekerende cellen. Uiteindelijk winnen zij een keer, maar tot dan bepaal ik alles zelf wel.
Natuurlijk voel ik die basis soms niet en is de rust weg. Dan heb ik mijn rotdagen, momenten dat ik het niet zie zitten, ik de chronische vermoeidheid spuugzat ben, dat ik die kanker wel de hel in kan wensen. Momenten dat ik toch bang ben voor mogelijk zwaardere behandelingen, die echt een keer gaan komen. Momenten dat ik als de dood ben voor die laatste fase. Maar dat gaat allemaal weer over, trekt voorbij omdat die basis diep in mij sterk genoeg is om mij er dan toch weer van bewust te maken dat er altijd mooie dingen zijn, dat ik blij mag zijn dat ik nu leef, dat er wel degelijk een toekomst voor me is.
In mijn diepte is er vrede, aan de oppervlakte wisselen blijheid, vrolijkheid, levenslust en dergelijke af met de stormen van angst, boosheid, verdriet, lusteloosheid die er soms ook zijn. Ik vergelijk het wel eens met het weer, zonneschijn en regen wisselen elkaar af, maar per saldo hebben we gewoon een goed klimaat.
Die rust is een vrij nieuw verschijnsel voor me, dat ik nog verder wil verkennen, dat nog mag groeien. Het is een spannende zoektocht die nog lang niet is afgelopen. Er is nog zoveel aan mezelf te ontdekken. Ik denk dat het te maken heeft met dat ik juist door het ziek zijn nog meer naar binnen ben gaan kijken. Dat ik veel beter ben gaan zien hoe ik mezelf in de weg kon zitten door me toch te vaak aan te passen, me te weinig te uiten. Ik merk dat aan de contacten met mijn moeder. Vanaf dat wij openlijk over de dood kunnen praten, vind ik het makkelijker om te vertellen wat er echt in mij omgaat. Kan ik haar ook een spiegel voorhouden hoe zij omgaat met de dood en met de mensen om haar heen. En dat levert juist nog meer openheid op in plaats van verzet. Naarmate ik echter wordt, meer wordt wie ik in wezen ben, wordt mijn relatie met de mensen om mij heen ook echter, sterker. Krijgt de ander ook meer ruimte om zichzelf te zijn. Die rust en dat meer mezelf worden gaan samen.
Die basis, die rust, die vrede is vooral het gevolg van mijn inzicht dat het niet de wereld is of de mensen zijn, noch mijn ziekte die mijn geluk bepalen. En ook het noodlot doet dat niet.
Ik vind het toch bijzonder. Ik heb lang geleefd met een abstract besef van sterfelijkheid, alsof dat niet op mij van toepassing zou zijn. Maar zonder besef van mijn eigen sterfelijkheid en mijn kwetsbaarheid is er bij mij ook nooit een echt besef van leven geweest, van de vreugde van het pure bestaan. Er is een soort mist aan het optrekken. Ik weet niet hoe ik die moet noemen, de waan van de dag misschien, de sleur van werken, eten, slapen, het vanzelfsprekende dat alles gaat zoals het gaat. Nu heb ik er veel meer aandacht voor dat er niets vanzelfsprekend is, dat er overal pareltjes te vinden zijn als ik maar kijk. Ik geniet steeds meer van simpele dingen zoals iemand blij maken. Daar is echt niet veel voor nodig, alleen maar de dingen doen die er echt toe doen. Dat levert mij zo veel op. Het is de vonk van het leven die de rust en de vrede in mij voedt, de basis sterk maakt, mijn toekomst helpt vormgeven, de kwaliteit van mijn leven doet toenemen.


17 april 2023

Herinneringen

Mijn lieve hemel, wat een toestanden toch. Soms is mijn leven net een gekkenhuis, waarbij ik me verwonderd afvraag wanneer de mannen in de witte jassen komen om mij mee te nemen. Neem nou de afgelopen week. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit een zo’n heftige tijd heb meegemaakt. Wat een uitersten. Eerste paasdag een lange wandeling met een mooi mens die ik in rap tempo tot mijn heel goede vrienden kan rekenen. Een echte ontmoeting met prachtige en heel openhartige gesprekken over het leven, ons leven, waar we staan en gaan. Wonderlijk hoeveel raakvlakken wij hebben en hoe momenten en gebeurtenissen samenvallen. Ik kan me daar over blijven verbazen en vooral ervan genieten.
Afgelopen dinsdag werd het menens. Gesprekken over lijden en de dood. Ik heb lang met mijn moeder gesproken over haar doodswens. Dat zijn enerzijds heel nare gesprekken. Ze gaan over hoe moe zij is, hoe wanhopig zij iedere avond hoopt niet meer wakker te worden als zij gaat slapen, hoe uitzichtloos haar dagen zich eindeloos aaneen rijgen. Ze lijkt te zijn verloren geraakt in de eindeloze tijd. Ik voel mijn wanhoop dat ik haar hier niet uit kan helpen. Ik wil niet dat mijn moeder dood gaat, maar ik wil haar ook niet dag in dag uit zien lijden aan een leven dat uitzichtloos en ondraaglijk is geworden. Ze ziet vrijwel niets, hoort slecht, moet met veel geholpen worden. Zoals ze zelf zegt zit ze overal voor spek en bonen bij want ze kan nergens aan mee doen. Ze zit goed beschouwd alleen maar te wachten op dat enkele moment dat iemand even tijd heeft voor een praatje of een wandelingetje. Al komt ze met dat laatste niet ver. En dat voor een vrouw die groot en sterk was, onafhankelijk haar eigen weg koos en volgde. Het verscheurt me, haar moeten laten gaan doet pijn, haar hier houden ook.
Hoe naar ook, het gesprek had anderzijds heel mooie momenten van een openheid en nabijheid die ik met haar nooit eerder heb gehad. Herinneringen van een lang leven ophalen. Praten over hoe erg zij het vindt om wie weet hoe lang nog te moeten blijven leven, over hoe erg zij het vindt dat ze met haar doodswens ons, haar kinderen, iets vreselijks aandoet. Praten over dat wij, haar kinderen, haar de rust en vrede van de dood gunnen al doet dat natuurlijk vreselijk pijn. Het leidt tot die schitterende momenten waarop wij elkaar vasthouden, we samen huilen en lachen en zeggen hoeveel we van elkaar houden, hoe ongelooflijk we elkaar nabij zijn gekomen, hoe trots ik op haar ben.
Woensdag was er een gesprek met mijn moeder, haar huisarts, de coördinerend verpleegkundige van haar verzorgingstehuis en mij. Die twee moeten ook goed geïnformeerd zijn over wat er speelt om hun zorg optimaal te kunnen afstemmen. Een paar maanden geleden, nadat mijn moeder van de ene dag op de andere ernstig ziek was en door de artsen al opgegeven, hebben we gesprekken gevoerd over euthanasie. Daar kon toen geen sprake van zijn, was de conclusie. Dit keer begon de huisarts er tot mijn verbazing zelf over. Zij zag de ondraaglijkheid van mijn moeders bestaan en zij wil nu toetsen of het haalbaar is, want geestelijk lijden is een lastig criterium en de regels zijn erg streng. Ik zag de opluchting bij mijn moeder dat er wellicht uitzicht is op een einde, dat het zinloze wachten op een misschien ver verwijderde dood mogelijk voorbij is. Die opluchting raakte mij zo heftig omdat het haar pijn zo voelbaar maakte.
Dit alles vraagt veel van mij. De moties, mooi en lelijk, gieren regelmatig door mij heen. Haar in haar wens steunen leidt ertoe dat ik van binnen loop te huilen, van buiten regelmatig ook. Ik vind het een hele opgave om goed voor mijzelf te blijven zorgen. Als ik dat niet doe kan ik voor haar ook weinig betekenen.
Ik ben weer voorzichtig begonnen met een meditatief moment in de morgen Dat doet me veel goed. Het brengt me terug bij mijn innerlijke rust waar ik kracht uit put. Want ik leef nu in een draaikolk, waarbij ik rond draai in verdriet, pijn, verlangen, vreugde en nog veel meer gevoelens. En dat steeds weer. Al die wisselende en heftige emoties met betrekking tot mijn moeder, de vele lieve steun van mijn vrienden en vriendinnen, de gesprekken met hen over wat er allemaal speelt en wat dat met mij doet. Het is zo veel. Het klinkt misschien vreemd, maar per saldo hou ik er een intens gevoel van dankbaarheid aan over. Omdat ik uiteindelijk toch echt vrede heb met de dood van mijn moeder, omdat ik intens geniet van de liefde die zo voelbaar, tastbaar bijna, aanwezig is tussen ons. Omdat ik een heleboel vrienden heb die mij met veel liefde steunen in deze bizarre tijd. Omdat er balans is, dat ik bij de rust en vrede in mezelf weet te blijven en erop durf te blijven vertrouwen dat het goed is wat er gebeurt. Niets is voor eeuwig, alles is vergankelijk. Het is goed zo omdat er aan haar lijden een einde zal kunnen komen. En ik zal er zachter en sterker uit komen met voor altijd de mooiste en meest kostbare herinneringen.