Februari 2022

6 februari 2022

ZAT!

Nee, niet ladder maar hèt. Ik ben het gewoon even zat. Ladderzat kan altijd nog een keer op de dag voor ik naar een hospice moet, of zo. Of zelfs dan niet. Hèt zat, dus. Gisteren was ik het ineens beu. Ik was de dag ervoor eindelijk weer een keer bij mij zus geweest, bijpraten, lekker uit eten, paar oude getrouwe vrienden en vriendinnen in haar café eindelijk weer eens gesproken. En gisteren drukte ineens het gewicht van twee jaar behoorlijk geïsoleerd leven, weinig contact met de mensen die mij lief zijn, clubactiviteiten die stil lagen mij stevig op de schouders. De Dijk zong ooit: een man weet pas wat hij mist als ze er niet is. Bij mij lijkt dat andersom. Nu van alles weer een beetje mag en ik ervan proef besef ik pas echt wat ik in de afgelopen twee jaar heb gemist.
Maar goed, ook al is het aantal besmettingen ontstellend hoog, toch is er nu eindelijk zicht op betere tijden. Gewoon even op de stoep een praatje met een buurvrouw maakte mij blij. En het maakt mij weer eens duidelijk hoe belangrijk dergelijke ogenschijnlijk kleine dingen zijn en hoe al die kleine dingetjes mij door de afgelopen twee jaar hebben heen geholpen. Het is ook een kwestie van focus: wat geef ik aandacht? De aanhoudende dreiging van corona en dus ziek worden? (Mijn meest cynische grapje is: ik kan niet ziek worden, want dat ben ik al). Of laat ik mij leiden door zo’n fijn gesprekje, een dag blauwe lucht en zon, een eerste boeiende narcis? We hebben een winter die je met goed fatsoen niet winter kunt noemen. Waar is de nachtvorst, de sneeuw, de stralende winterdag gebleven? Dat ik in de afgelopen twee weken twee keer een halve dag mijn balkondeur open heb gehad weegt ruimschoots op tegen de vrijwel dagelijkse portie grauwe en natte dagen. Het is vaak zo gemakkelijk en vooral verleidelijk om in de klaag- en treurstand terecht te komen, om een beetje te gaan somberen over alles wat tegenvalt, niet kan en niet mag. Als ik daaraan zou toegeven heb ik een prima recept om mijn dagen te verzieken en de moed te verliezen. En wat recepten betreft, die gebruik ik liever in de keuken om allerlei heerlijks te fabriceren. Als het een beetje meezit over niet al te lange tijd ook weer voor vrienden. Dan hoef ik het niet in mijn eentje op te eten.
Dat vooruitzicht op betere tijden begint gelukkig aardig concreet te worden. En het leidt ertoe dat ik ook weer meer te doen heb. In het dierenpark mogen we weer bezoekers toelaten en kunnen we nu ook gaan nadenken over activiteiten, zoals meedoen met NLDoet. Dan kunnen we het park nog een beetje mooier maken dan het al is. En bij de fotoclub kunnen we weer bijeenkomsten beleggen. En, zowaar, weer een tentoonstelling organiseren. Dat is twee jaar op rij niet doorgegaan. En om niet lang te hoeven wachten dit keer in de eerste helft van juni. Normaliter is het aan het einde van het jaar. Maar ja, winter is coronatijd, dus maar liever geen risico nemen.
Even een dagje winterblues is niet erg, eigenlijk heel gewoon. Ik ken mensen die er weken of zelfs een paar maanden aan lijden. Gebrek aan zonlicht en zo. Mij helpt het om, weer of geen weer, toch mijn wandelschoenen aan te trekken en naar buiten te gaan. Als het koud is en regent moet ik mijzelf wel eerst een schop onder mijn eigen kont geven want het is niet direct geen pretje. Maar indirect wel want het wordt altijd goed gemaakt door een lekker gevoel na afloop. Even wat droogs aan, kop hete en sterke koffie, en mijn dag kan niet meer stuk.
Ik kan het weer niet veranderen, corona niet de wereld uit helpen. Maar ik kan gelukkig wel mijn eigen keuzes maken: wat doe ik, wat niet. Tel ik mijn zegeningen of niet? Het recept voor geluk is nu eenmaal niet dat je voortdurend in de prijzen valt maar dat je onder wat voor omstandigheden dan ook ophoudt met je zorgen maken en er het beste van maakt.


13 februari 2022

Humor

Als je een beetje oplet is humor overal te vinden, al heeft het soms een erg wrange ondertoon. Een van de leukste berichten ging over de ridders van eeuwen geleden. Ik heb de beelden van Ivanhoe en Floris nog helder op mijn netvlies staan. Stoere ridders in ijzeren harnassen op een groot paard. Mooi niet dus, gewoon geschiedvervalsing. Onderzoek heeft uitgewezen dat die ridders met die zware uitrusting toen onmogelijk op het paard konden komen. Wat dan wel? Ze reden op een pony! Ik zie het voor me: grote stoere vent in ijzeren maatpak, zwaard of lans in de hand, dapper ten strijde trekkend. Maar dan wel op een onder al dat gewicht hijgend en steunend voortstrompelende pony waarbij de voeten van de ridder over de grond slepen. Is toch een tikje minder afschrikwekkend.
En toen was er het Nederlands kampioenschap tegen de wind in fietsen op een fiets zonder versnellingen. Wie bedenkt zoiets? Geweldig, het slaat echt helemaal nergens op. Maar er doen bij windkracht 8 wel ruim 300 mensen mee.
Ook leuk: organiseer de Olympische Winterspelen. Onderdelen: allerlei spelletjes op sneeuw en ijs. Dus daarvoor zoek je een geschikt gebied uit. Dat ijs kan binnen in een hal, en die kun je overal neerzetten. Alleen een paar varianten sleetje rijden moeten buiten op ijs. Alles op sneeuw moet sowieso buiten. Dus waar doen ze dat daar in China dan? Op een plek waar er bijna nooit neerslag valt, en dus ook geen sneeuw. Tweehonderd sneeuwkanonnen zijn er nodig! China lijkt me toch echt groot genoeg om ergens een paar bergen met echte sneeuw te kunnen vinden. En als we het toch over de Spelen hebben: Nils van der Poel. Zweedse schaatser, keigoed! Maar hij beklaagt zich in harde woorden dat de ijsmeester corrupt is en een ijsvloer neerlegt die keihard is en in het voordeel van de Nederlandse deelnemers. Ik denk dan met mijn boerenverstand dat als de Nederlanders daar verrekte hard op kunnen rijden hij dat ook moet kunnen. Dat bleek niet zo’n rare gedachte. Op de 10 kilometer reed hij een wereldrecord. Leuk hoor, en ik geloof niet dat hij daarna nog commentaar op het ijs heeft gehad.
Op tv is op dit moment “I can see your voice” mijn favoriete programma. Het idee is echt heerlijk onzinnig: raden of iemand kan zingen met een volslagen gebrek aan informatie over de vocale kwaliteiten van de deelnemers. Maar ik lig plat van het lachen als degenen die echt helemaal niet kunnen zingen moeten optreden. Echt te hilarisch erg om aan te horen, maar voor de persoon in kwestie wel heel erg dikke pret en een onvergetelijk moment van glorie. Big Brother is trouwens soms ook wel leuk, geroddel en gekonkel bij de vleet. Met van mij een prijs voor eerlijkheid bij de volgende conversatie. Hij (komt aanlopen): “Waren jullie aan het roddelen”. Zij: “Ja”. Hij: “Waarover?” Zij: “Nergens over”. Hij: “Je liegt”. Zij, uitdagend: “JA””. Hij druipt af. Hoe leuk wil je het hebben?
Maar het is niet alleen maar lachen. Marc Overmars stuurde ongevraagd dickpics naar medewerksters. (Zou er ooit iemand om vragen?) En als hij daarop wordt aangesproken komt hij met een zeer wrang excuus dat hilarisch is in zijn volstrekt idiote absurditeit: “Ik was me er niet van bewust zijn dat dit grensoverschrijdend is”. Hoe krijg je zo’n reactie bedacht? Op welke planeet of apenrots woon je dan? Kent hij wel een grens, en waar ligt die dan? Maar ja, als je als stervoetballer opgroeit sta je bovenaan in de pikorde (sorry, grapje) en denk je dat alles kan en mag. In de media zijn er nauwelijks woorden voor degenen die de viezigheid ontvingen, een paar voor zijn arme vrouw en kinderen, en vooral veel voor Ajax, die zijn “beste directeur ooit” verliest. Ik zeg: de slechtste directeur ooit, als je zo schaamteloos je machtspositie misbruikt. En alsof dat nog niet erg genoeg is een perschef van Ajax die liever het deksel op de beerput houdt en het voltallig personeel meedeelt het jammer te vinden dat de betrokken vrouwen zonder zijn toestemming met de media zijn gaan praten. Het is echt om te huilen, maar niet van het lachen. En nu: wie volgt?
Tot slot de echt allerleukste: ruim twintig actievoerders zitten dagenlang, belegerd door de politie, hoog in de bomen om het Sterrebos te redden. Lukt niet. En dan de humor die je tevoren niet kunt bedenken: een paartje bosuilen dat daar in een holle boom nestelt krijgt het wel voor elkaar en wordt er in ieder geval een deel niet gekapt. Alleen al daarom moeten we zuinig zijn op onze natuur.


20 februari 2022

Storm

Gelukkig komt er nooit een einde aan humor, het houdt gewoon niet op te bestaan. Vorige week schreef ik in mijn enthousiasme over de Olympische Spelen in Beijing, waar het bijna nooit sneeuwt, dat is daar echt een zeldzaamheid. Ik had mijn verhaal nog niet gepost of er kwam een melding op een nieuwssite dat het, jawel, in Beijing sneeuwde. En een flink pak. Die weergoden hebben beslist een goed gevoel voor humor. “Die wijsneus daar beneden zullen we eens even lekker te grazen nemen”. Ik kon horen hoe ze schuddebuikend zaten te schateren van het lachen. Lekker puh! De storm van vrijdag vond ik prachtig. Ik weet het, een hoop ellende, vier doden zelfs. Maar ik houd van die woeste oerkracht. Toen ik lang geleden een stuk dichter bij de kust woonde ging ik juist als het stormde, goed ingepakt, op het strand wandelen. Of eigenlijk meer tegen de wind in worstelen en mezelf laten zandstralen. Heerlijk! Vrijdag stond ik een tijd op mijn balkon te genieten van het geweld. Een donderend gebulder, windvlagen die plagerig een bloempot omgooien. En tot mijn intens genoegen een zwerm kauwtjes. Ze hadden er duidelijk plezier in om zich met een noodgang door de wind mee te laten voeren, om dan ineens om te draaien. Het was voor het eerst dat ik vogels heftig fladderend achteruit zag vliegen. De storm roept ook heel wat creativiteit op. Twitter is daar een prachtig medium voor, er wordt met veel dingen de draak gestoken. Ook naar aanleiding van alle heersende complottheorieën worden er aardig wat grappen gemaakt. De storm van vrijdag: “Storm is een verzinsel, dat komt door al die windmolens die door het KNMI op last van de elite worden aan- en uitgezet”. En een ander: “Ik geloof al die verhalen van meteorologen niet, ik ken niemand die de storm niet heeft overleefd en niemand wiens auto door een omgewaaide boom is geplet, ik vertrouw op mijn eigen deskundigheid, het is slechts een briesje”. De twee meest hilarische: “Er waaide net een wappie voorbij, hij schreeuwde iets over eigen onderzoek doen… “ en: “Mijn schoonmoeder is nogal onder de indruk van de storm, ze blijft maar door het raam kijken, misschien moet ik haar toch maar binnenlaten”. De afgelopen dagen struikelen de demonstranten zo’n beetje over elkaar heen met hun berichten dat corona en de maatregelen dus inderdaad onzin zou zijn, of een groot complot. En dat het beëindigen toch echt helemaal aan hen te danken is, en niet aan het afzwakken van de pandemie. Het is nu wachten op een demonstratie tegen het nu even niets hebben om tegen te demonstreren. Misschien iets voor alle drogisten die met hun voorraad mondkapjes blijven zitten. Kunnen ze meteen een stichting beginnen die geld inzamelt om de regering aan te klagen. Leuke klus voor Willem Engel, die heeft daar volop ervaring mee en hij heeft nu niets meer te doen.
Het is belangrijk dat we nog humor in huis hebben in een land met zoveel heftige problemen en verscheurd door alle haat en nijd. Zolang we nog kunnen lachen komt het wel goed. Misschien dat we nu weer wat nader tot elkaar kunnen komen. De verschillende standpunten kunnen mij niet zoveel schelen. Ieder mens heeft recht op zijn eigen gelijk en ongelijk. Daarover redetwisten maakt het soms alleen maar erger. Naar elkaar luisteren en de ander proberen te begrijpen helpt wel. Ik vermaak me nu vooral met de creativiteit die uit al die grappen naar voren komt. Het past bij mijn manier van omgaan met problemen. Dat heb ik ook niet bepaald cadeau gekregen. Maar het is fijn dat ik het kan: problemen wel serieus nemen, maar mezelf er niet in verliezen. En vooral niet gaan doemdenken, maar kijken wat er wel is en wat wel kan. Gewoon de moed erin houden, genieten van wat er is. Tegenslag en geluk, stormen en zonneschijn, ze horen bij het leven. Genieten en blijven lachen is zo belangrijk en vooral ook heilzaam. En deze storm helpt om alle muizenissen uit mijn hoofd te waaien.


27 februari 2022

Oorlog

Ik schrijf liever geen verhandeling over de oorlog in Oekraïne, over de angst en ellende die daar het gevolg van zijn. Maar ik kan er niet omheen, mijn hoofd zit er vol mee. En mijn vingers vertikken het om iets anders op te schrijven. En al probeer ik doorgaans om niet te oordelen, nu doe ik dat toch. Hebben we eindelijk het coronavirus zo goed onder controle dat we de maatregelen hebben kunnen afschaffen, breekt er in mijn achtertuin een oorlog uit. Wat er nu in Oekraïne gebeurt is duizend maal erger dan een pandemie. De vijand is nu niet een microscopisch klein virusje maar levensgrote mensen voor wie niets en niemand veilig is. Corona viel nog te beteugelen met simpele maatregelen als mondkapjes en afstand houden. Maar hoe houd je kogels, bommen en raketten tegen? De mensheid heeft echt geen virus nodig om in de vernieling te geraken, verleden en heden leren dat wij dat heel goed zelf kunnen.
Ik weet het, ik ben geen Ruslandkenner of Oekraïne-expert. Maar voor zover ik weet heb ik wel een redelijk gezond verstand. Wat ik erover kwijt wil is dat dit weer eens heel duidelijk maakt dat er helaas geen garantie voor een vredige en gelukkige toekomst bestaat. En dat het niet zo’n goed idee is als wereldvreemde, narcistische en dictatoriale mafklappers, omringd door jaknikkers, aan de macht zijn en wijsheid moet wijken voor grootheidswaanzin en machtswellust. A. den Doolaard zei ooit: “In iedere oorlog is het gezonde verstand de eerste dode”. Ook in ons eigen land zijn er helaas would-be democratische politici en meelopers die al twee jaar demonstreren tegen de vermeende dictatuur van onze eigen overheid, maar die nu de kwaadaardige dictator Poetin openlijk prijzen en steunen!
Onder het mom van het helpen van de separatisten in een kleine regio valt Poetin een compleet land aan en vallen er bommen op woonwijken, die op een afstand van 1200 kilometer liggen van die separatisten. Voor die mensen in die woonwijken is dat bijna net zo ver van hun huis als het voor ons is van hier naar de grens van Oekraïne. Die grens is een flink stuk dichterbij dan bijvoorbeeld Madrid of Rome, en de dreiging dus ook. Het gaat dus niet om separatisten, maar om het weer in het gelid krijgen van de oude lidstaten van de USSR, om die te degraderen van een vrij en democratisch land naar een vazalstaat. Dat belooft niet veel goeds als Poetin niet wordt gestopt. Eerst De Krim, nu Oekraïne en de Baltische staten vrezen voor eenzelfde lot. En dan is er niet zo erg veel nodig om in heel Europa of de wereld de vlam in de pan te hebben. Poetin moet gestopt worden, wat de prijs ook is. Zelfs het Rusland van het internationale bancaire systeem afsluiten is nu aan de orde, ondanks het feit dat dit in de EU pijn gaat doen door de afhankelijkheid van Russisch olie en gas. De opbrengst daarvan kan Poetin echter gebruiken om de oorlog tegen de vrije wereld te financieren. Dus wat mij betreft volkomen terecht. Want wat is erger: hier meer inflatie, nog hogere energieprijzen? Of het laten gebeuren dat vreedzame burgers worden afgeslacht en wij serieus moeten vrezen voor een uitbreidende oorlog.
Het maakte mij van de week bang toen ik wakker werd in een volstrekt nieuwe realiteit, in een Europa waar de economische, politieke, militaire en mogelijk zelfs de geografische landkaart in een klap grondig veranderd is. Ik ben opgegroeid in een Europa zonder oorlog (Joegoslavië was een binnenlandse strijd) en ik wil dat graag zo houden. Ik probeer me voor te stellen hoe het is om in een oorlog te zitten, te leven met zulk zinloos en gruwelijk geweld. Zou ik vechten? Het is makkelijk om “ja, natuurlijk” te zeggen, maar daar ben ik waarschijnlijk de moed niet voor. Ik heb stiekem de (valse) hoop dat ik in een dorp woon dat strategisch volstrekt oninteressant is en er hier toch niets gebeurt. Maar dat dachten ze in het westen van Oekraïne ook. Of dat ik een schuilkelder kan vinden als de bommen vallen en de raketten inslaan, om daar doodsbang af te wachten. Een kennis van mij diende als aalmoezenier in Afghanistan, die heeft dat werkelijk meegemaakt en praat er niet over, maar zijn gezicht zegt genoeg. Ik hoop met mijn hele hart dat het hier nooit zover komt.
Het beste dat ik kan doen is een goed mens zijn, mijn eigen kleine stukje van de wereld mooi houden. En daar hoop uit te putten en geloof in de toekomst. Je verandert de wereld door daden, niet door woorden. Als de wapens spreken komt er geen zinnig woord uit.