4 maart 2023

Die éne vraag
Poe, wat een onverwachte situatie was dat ineens. Ik was er even ontdaan van. Een vriend wilde weten hoe het met me ging en dus hadden we het over ernstig ziek zijn, er ook ooit aan gaan sterven. Of ik daar bang voor ben? Nee. Mijn horizon ligt nu op 5 tot 7 jaar, waarbij ik het laatste halfjaar maar niet meetel, want dat wordt op zijn zachtst gezegd onaangenaam. En toen kreeg ik ineens out of the blue die éne vraag die er echt toe deed: wat zou ik in de laatste jaren van mijn leven graag nog doen. Ik was met stomheid geslagen, wist minutenlang geen woord uit te brengen. Een serie gesprekken hierover volgde met hem, met vrienden en vriendinnen. Ineens begonnen een aantal zaken waar ik al een tijdje over liep na te denken precies op hun plek te vallen. Ten eerste mijn werk voor het dierenpark, dat alleen maar meer en meer werd. En waar ik zo langzamerhand het gevoel van kreeg dat het echt teveel werd, het mijn leven ging bepalen, ik de greep er op verloor en daarmee het plezier erin. Met het reële en nabije risico dat ik omval. Dat is me ooit al eens gebeurd, ik ken de waarschuwingssignalen die mijn lijf en geest mij geven en die ik zorgvuldig in acht moet nemen. Ten tweede het echt moeten sporten om een redelijke conditie te houden. En dan ook nog de tijd die ik aan mijn moeder besteed. Het groeide me boven het hoofd. En dat laat ik niet gebeuren. Ik zat regelmatig ’s avonds uitgeblust op de bank en dat is niet goed.
Al meer dan een jaar geleden had een goede vriend mij al eens gevraagd of ik niet weer een relatie zou willen hebben. Mijn antwoord was toen een resoluut nee. Dat is door die vraag wat ik nog wil ook gaan schuiven. Zo in mijn eentje red ik het prima, ben ik best gelukkig. Maar natuurlijk mis ik wel eens de gezelligheid, een arm om mij heen, een luisterend oor. Maar ik hield mezelf altijd voor dat een relatie niet eerlijk zou zijn. Door de medicatie die ik krijg heb ik te maken met fysieke beperkingen, waaronder chronische vermoeidheid. En het idee dat mij nog maar een paar jaar rest maakt samen oud worden moeilijk, zo niet onmogelijk. Hele goede vrienden, ja heel erg graag. Maar een partnerrelatie, nee. Omdat voor mij de schaduw van de dood er overheen zou hangen. Natuurlijk kreeg ik van een vriendin prompt terug dat ik niet voor die ander moet nadenken en beslissen. Dat iemand die met mij een relatie wil aangaan dat zelf wel kan en mag beslissen.
Ik kwam tot de conclusie dat ik mezelf perfect in de tang had genomen door mijn nee op een relatie te baseren op zaken die feitelijk wel juist zijn, maar er in wezen niet toe doen. En dat zo veel en hard werken mijn vermoeidheid alleen maar onnodig erger maakt. Dus ja, een partnerrelatie wellicht toch wel. Ik weet heel zeker dat ik veel te bieden heb en er mooie jaren kunnen zijn. Daten ga ik niet doen, daar ben ik dan weer te verlegen voor (ja heus, zo ben ik ook). En het dierenpark? Het is leuk en dankbaar werk, maar niet de vervulling in mijn leven. Ik voelde me schuldig als ik een weekend of weekje weg zou willen, als ik liever iets anders ging doen. Dan zit er iets goed fout omdat ik mijn keuzevrijheid heb weggegeven. En ik wil die vrijheid hebben. Ik ken mezelf, hoe ik gemakkelijk mezelf begraaf in werk, dat heb ik in mijn werkzame leven te vaak gedaan en de prijs was soms hoog. En gek genoeg ga ik ermee door nu ik met pensioen ben. Tijd dus voor af en toe een weekendje weg zonder schuldgevoel, een weekje een camper huren en op een mooi plekje aan een riviertje gaan staan. Een avond naar het theater zonder me zorgen te maken dat ik de dag erna fit weer aan de slag moet. Dat soort simpele dingen. En daar houd ik mezelf nu van weg.
Op het dierenpark heb ik het geregeld, drie dagen in de week en meer niet. Een vriendin is nu niet in beeld, alle lieve vrouwen die een warme plek in mijn hart hebben ten spijt. Die vriendschappen zijn mij zeer dierbaar, die wil ik heel graag zo houden. De ware zal zich vroeg of laat wel melden.
Het was dagenlang wat schudden op de grondvesten van mijn bewustzijn nu ik ineens een ander toekomstbeeld heb, een vooruitzicht dat ook een prettige spanning oproept. Dankzij die ene vraag kan ik in ieder geval niet zeggen dat ik op mijn oude dag mezelf laat wegglijden in mijn eigen vergetelheid.
16 maart 2023

Weer op reis
Ik heb nog nooit in mijn lange leven een vraag gehad die zo to the point is en zoveel teweeg brengt als die éne vraag een aantal weken terug. Wat wil je met de rest van je leven?
De makkelijke antwoorden staan meteen voor te dringen. Een keer naar Afrika om de Big Five te zien, een keer naar IJsland om die rauwe wereld en het noorderlicht te zien. Hele leuke antwoorden natuurlijk, maar daar vul ik een paar weken mee en geen jaren. Meer tijd doorbrengen met de mensen die mij lief zijn, ja natuurlijk, dat ook.
Maar het raakt de kern niet, of misschien toch wel. Dat is exact de puzzel waar ik mee zit, waar ik over nadenk, regelmatig met een goede vriend of vriendin over praat. Het lastige is dat er maar heel weinig mensen zijn die zich echt in mijn situatie kunnen inleven. Het is ook een bijna onmogelijke opgave om je te realiseren wat het besef van doodgaan feitelijk met je doet. Ik heb ook een leven lang geleefd met een abstract begrip, een theoretisch besef van sterfelijkheid dat mij eigenlijk niets zei. Waar ik me niets bij kon voorstellen. Door die ene vraag is dat besef van dodelijk ziek zijn, mijn sterfelijkheid bij mij nog duidelijker, concreter geworden. Ik ben absoluut niet bang voor de dood, hooguit voor de manier waarop. Het geeft gek genoeg eerder een heel rustig gevoel. Ik kan met veel tevredenheid terugkijken op alles wat ik heb meegemaakt. Diepe zwarte dalen vol verdriet en wanhoop, hoge bergen van geluk en euforie. Een groei in hoe ik mezelf zag waar ik trots op ben. Ik zou het niet anders willen, alles wat er was heeft mij gemaakt tot wie ik nu ben. En al valt er nog veel te ontdekken aan mezelf, en dat wil ik ook, toch is het tegelijkertijd ook goed zo. Onwillekeurig moet ik terugdenken aan zo’n 25 jaar geleden toen ik in een zwart gat zat en besloot om een droom te laten uitkomen: van huis uit naar Santiago lopen. Een reis het onbekende in. Omwille van de reis, maar vooral om te leren omgaan met mijn pijn, wanhoop, wantrouwen waar ik mee worstelde. Om mezelf opnieuw te ijken, nieuw houvast te vinden. Dat zelfde gevoel heb ik nu ook, maar dan zonder rugzak, zonder landkaartjes. En vooral zonder dat gitzwarte gat van toen. Voor deze reis hoef ik de deur niet uit, dit is een reis van binnen. Mijn startpunt nu is niet om ergens van af te komen, maar juist om iets nieuws te gaan ontdekken, kwaliteit aan mijn leven toe te voegen. Net als toen leef ik weer met onzekerheden, mijn leventje dat was vast komen te zitten in een dagelijkse routine is opeens weg. Ik denk nu na over wat er gaat gebeuren, wat me te wachten staat, hoe ik mijn verdere levensreis ga invullen, hoe ik er een feest van kan maken. Toen had ik er zo’n 7 weken voor nodig om mijn draai te vinden, mijn verdriet achter mij te laten, het vertrouwen te vinden dat het wel goed zou komen. Nu is dat niet het geval. Wat er ook komt, het komt goed, ik heb alleen geen flauw benul hoe dat goed eruit ziet. Ik zal dat net als toen dat gaan ontdekken, dat zelf creëren en vormgeven. Op de bank blijven zitten leidt nergens toe. Ik ben weer op reis. Ik zie mezelf nu al stappen zetten. Ik ga nieuwe vriendschappen aan waar ik enorm van geniet. Die mij samen met de bestaande vriendschappen helpen om de eenzaamheid die ik ben gaan voelen te vullen. Vriendschappen die mij de warmte geven die ik nodig heb. Vriendschappen die net als in het Spaanse stuk van de Camino mij glasheldere spiegels voorhouden waar ik mijzelf in terugvind.
Ik krijg er steeds meer plezier in om anderen een plezier te doen. Daar word ik echt blij van. Op de een of andere manier is dat mijn Santiago van nu. Niet een concreet punt op de aardbol, niet weer vrede proberen te sluiten met mezelf. Maar kijken hoe ik de wereld een beetje mooier en de mensen om mij heen wat gelukkiger kan maken. De oplossing zit hem voor mij niet in een bestuursfunctie, in het zorgen voor dieren, hoe leuk en nuttig dat ook is. Het zit hem ook niet in Afrika of IJsland, al zal ik dat wellicht wel eens doen. Het gaat niet om dingen doen, het gaat om zingeving. Wat maakt mijn leven zinvol, betekenisvol. Wat maakt dat mijn leven er echt toe doet? Het gaat niet er om dat ik iets te doen heb, mezelf leuk bezig houd. Het gaat eerder om uitdelen van wat ik in mij heb. Vallend en opstaand heb ik ontdekt hoe belangrijk het is om gewoon een goed en liefdevol mens te zijn. Dat zorgt er bijvoorbeeld voor dat ik soms zomaar een bos bloemen weggeef aan iemand waar ik veel om geef, aan iemand die even een steuntje in de rug nodig heeft. Dat is globaal de richting waar ik het antwoord op die éne vraag hoop te vinden. En tja, wat betekent dat voor wat ik nu doe, voor wat ik mogelijk anders ga doen? Ik weet het maar ten dele. Die ene vraag heeft ervoor gezorgd dat ik opeens meer onzekerheden heb. Dat is nog niet weg en dat is prima zo. Het levert onrust op, terwijl ik gek genoeg tegelijkertijd meer en meer rust ervaar. Omdat ik op de goede afloop durf te vertrouwen. Het is heel uitdagend en leuk spannend. Wat ga ik allemaal ontdekken, wie lopen er stukken of zelfs het hele eind met mij mee? Voor wie heb ik het leven wellicht een beetje mooier kunnen maken? Waar kijk ik straks intens tevreden en gelukkig op terug?
Net als toen geldt: de weg is de beste herberg.