27 mei 2023

Bijeen horen
Het is alweer enige tijd geleden dat ik geschreven heb. Het ging gewoon niet. De weken waren te vol en te hectisch om de rust te vinden en op te schrijven wat mij zoal bezig hield.
Wat er in het vele dat gebeurde heel erg uitspringt zijn de tegenstellingen die toch bijeen horen. Dat dieptepunten ook hoogtepunten opleveren. Dat pijn en geluk bij elkaar horen. Dat leven en dood onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn. Ik ga het niet allemaal uitvoerig beschrijven, maar ik wel er wel iets over kwijt. Jullie weten dat ik lijd aan een ongeneeslijke vorm van kanker. Dat is al een paar jaar zo, en vroeger of later ga ik er aan dood. Ik maak wel eens grapjes dat ik ook zou kunnen omkomen door onder de tram te komen, maar dat is niet erg waarschijnlijk bij gebrek aan een tram in het dorp waar ik woon. Ik kan er goed mee leven. Angst voor de dood heb ik niet, wel voor de manier waarop. Die ziekte kan ik gerust een dieptepunt noemen. Toch heeft die ertoe geleid dat in de afgelopen jaren de kwaliteit van mijn leven aanzienlijk is toegenomen. Ik durf mij oprecht een gelukkig mens te noemen die iedere dag geniet van de vele, veelal kleine mooie dingen die er zijn.
Diezelfde ziekte heeft ertoe geleid dat ik mensen ben gaan ontmoeten en spreken die ik anders zeker niet ontmoet zou hebben. En dat heeft er weer toe geleid dat ik de liefde weer heb gevonden. Een liefde die ik lang niet voor mogelijk hield, ook niet aandurfde. Maar het leven is nu eenmaal wat er gebeurt terwijl ik andere plannen maak. En dus is zij er, die ene heel bijzondere vrouw die zoveel voor mij is gaan betekenen. Die zoveel liefde toevoegt aan het geluk dat er al was.
In de afgelopen weken ging het geleidelijk ook steeds slechter met mijn moeder. Haar lichaam was versleten, tot op de draad. Hoewel zij altijd vol enthousiasme riep dat zij net als haar moeder honderd wilde worden, het ging niet meer. Haar levenslust was op. In december was zij van de ene op de andere dag vreselijk ziek, de artsen gaven haar nog hooguit twee dagen. Wonderwel herstelde zij en werd zij weer de vrouw met een heldere geest. Maar haar lichaam herstelde veel minder. Vanaf dat moment hebben wij heel vaak gesprekken gehad. Gesprekken over de zin van het leven. Gesprekken over hoe om te gaan met de beperkingen waar zij in toenemende mate last van had. Gesprekken over hoe te accepteren dat het leven niets leuks meer te bieden heeft. En uiteindelijk gesprekken over haar verlangen naar de rust van de dood. Dat waren moeilijke gesprekken, verdrietige gesprekken, gesprekken die pijn deden. Maar toch waren het ook gesprekken van een wonderlijke schoonheid. Gesprekken waarin wij elkaar steeds meer nabij kwamen, elkaar steeds beter leerden kennen. Gesprekken waardoor wij steeds meer bewust werden hoeveel wij van elkaar houden. Gesprekken waarin wij onze emoties vrijuit konden laten stromen. Ook hier leverden de dieptepunten onverwachte hoogtepunten op. Toen eenmaal duidelijk was dat zij niet lang meer te leven had kwam er opluchting, zelfs vreugde in haar leven. Haar lijdensweg zou niet lang meer duren. Voor mij leverde het naast de pijn en het verdriet een intens gevoel van dankbaarheid op dat wij deze weg samen hadden mogen en kunnen gaan, leverde het een wederzijds heel intens houden van elkaar op.
Afgelopen donderdag is zij heel vredig heengegaan, met voor haar en voor mij een gevoel dat het goed was. Een goede vriend zei mij eens: als zij dood gaat laat zij een leegte achter, een leegte in je borst. Vul die met alle mooie herinneringen aan haar. Die mooie herinneringen heb ik volop, in mijn hart leeft zij voort.
11 juni 2023

Rouwen is eenzaam
Ruim twee weken terug was het eindelijk zo ver, ik meldde het al in mijn vorige blog. Mijn moeder is overleden. Ik kijk en keek ook toen al terug op een zeer bijzondere tijd. Een tijd vol verdriet maar ook een tijd van een bijzondere schoonheid door de intimiteit van de gesprekken die wij voerden in de maanden die aan haar dood vooraf gingen. Ik kijk er nog steeds met veel dankbaarheid op terug. Wat daarna kwam had ik niet verwacht, althans niet zoals het nu gaat. Natuurlijk werd het een drukke tijd. Nadenken over de uitvaart en die ook regelen. Een laatste woord nog eens doorlezen. Geschreven had ik die al, want mijn moeder wilde graag zoveel mogelijk zelf regelen. Zij wilde zelf de kist uitzoeken, weten wat ik zou gaan zeggen. Ik vond dat prachtig, dat paste helemaal bij haar. Maar daarna kwam het uitzoeken van muziek erbij en vooral het uitzoeken van foto’s die een beeld van haar leven konden schetsen. Ik dacht dat ik er niet veel had, maar al zoekend kwam ik er steeds meer tegen. En dus ook steeds meer herinneringen aan hoe zij toen was. Ik zat soms minutenlang te kijken naar een foto, terwijl mijn gemoed vol schoot. En na de uitvaart kwam het leegruimen van haar appartement. Mijn zusje (ik weet het, zij is ook de jongste niet meer maar zij is en blijft mijn kleine zusje) deed vanuit haar rolstoel wat zij kon: meebeslissen over wat er met de spullen moest gebeuren, op internet dingen uitzoeken en regelen. Maar het werk in het appartement kwam toch grotendeels op mij neer. Wat viel mij dat tegen. Ik had me tevoren niet gerealiseerd wat dat met mij zou doen. In laden en kasten kwam ik steeds meer dingen tegen die mij verbaasden en ontroerden. Zelfs een krantenknipsel, de overlijdensadvertentie van mijn vader, 53 jaar geleden. Dat waren momenten waarop ik even niet verder kon. Het drong steeds meer tot me door dat ik een plek aan het afbreken was die de afgelopen jaren een thuis voor mij was geweest. Ik dacht dat ik door alle gesprekken met mijn moeder in de aanloop naar haar dood al een eind gevorderd was in het rouwen, dat ik haar dood had geaccepteerd. Nu kwam ik er achter dat dit niet klopte. Vrede ermee, dat wel ja. Maar de realiteit dat zij er niet meer is kwam toch met een flinke dreun binnen. Mijn coping mechanisme in situaties die ik emotioneel moeilijk vind is dan mij op mijn werk storten om de emotie de baas te blijven. Dat is precies wat ik nu ook deed. Dat werkte vroeger niet, dat werkt nu ook niet. De realiteit was dat ik soms een dag niet verder kon, moest wachten op informatie om door te kunnen. En dan zat ik thuis met een hoofd vol gedachten over wat ik allemaal nog moest beslissen, regelen, doen. En een hart boordevol verdriet en pijn dat ineens de ruimte kreeg omdat het handelen stil viel. Ik heb nu het gevoel dat ik nog maar aan het begin sta van dat proces, dat ik nog steeds moet accepteren dat ze er niet is, dat ik haar mis, dat een essentieel aspect van mijn leven voorgoed en heel drastisch veranderd is. Natuurlijk zijn er mensen die mij erg lief zijn die betrokken zijn en dat uiten. Natuurlijk krijg ik van alle kanten de terechte raad om de tijd te nemen om te rouwen. Maar alle warmte , begrip en liefde ten spijt ervaar ik rouwen als een erg eenzaam proces. Niemand heeft een handleiding hoe ik het beste kan rouwen, anders dan: neem de tijd. Natuurlijk werd er terecht tegen me gezegd dat ik de leegte die in mijn borst zou ontstaan zou kunnen vullen met alle mooie herinneringen. Maar ik ervaar nu dat dit pas lukt als ik eerst de pijn en het verdriet die daar nestelen voorrang geef. Geef het een plekje, werd er gezegd. Maar wie kan mij vertellen waar dat plekje zich bevindt? Zo’n plekje bestaat volgens mij niet. Verlies is niet iets wat ik in de kast kan zetten, de deur dicht doen en vergeten. Verlies en de pijn die daarbij hoort is iets wat ik in mijn leven zal moeten integreren, al weet ik nu nog niet hoe. Mijn hoofd wordt leger als al het opruimwerk gedaan is. Dan heb ik hopelijk meer rust om dat verdriet en die pijn echt toe te laten. Hopelijk kan ik dan mijn leegte vullen met al het moois dat er was. Dat zal ook wel lukken, maar alle liefde die ik krijg ten spijt, zal ik dat rouwen op mijn eigen manier zelf en alleen moeten doen.
26 juni 2023

Deuren
Een tijdperk is voorbij. Een lang tijdperk, een dierbaar tijdperk. Gelukkig blijven de herinneringen. Terugkijkend op de afgelopen maanden zie ik dat ik steeds weer een deur achter me dicht trok bij iedere stap die ik zette bij de gesprekken met mijn moeder, bij wat dat voor mij betekende en wat dat met me deed, bij wat dat betekende voor mijn relatie met familie en vrienden die mij dierbaar zijn. En bij de ongeplande en onvoorziene komst van een nieuwe liefde in mijn leven. Stappen die een groot of klein verschil maakten, maar altijd stappen waarop ik niet meer kon en ook niet wilde terugkomen. Het deed me soms terugdenken aan de tijd, zo’n 25 jaar geleden, dat ik naar Santiago liep. Natuurlijk had ik het toen allemaal keurig voorbereid en gepland. Maar gaandeweg kwam ik er telkens weer achter dat een belangrijke eigenschap van planningen is dat ze onvolledig zijn en regelmatig achterhaald worden door de werkelijkheid. En dat ik de route wel kon plannen maar absoluut niet wat er onderweg allemaal zou gebeuren. Dus liep ik af en toe te dwalen, niet wetende hoe verder te gaan, niet wetende wat de goede richting was. Op die dagen, die tot verrassende uitzichten en inzichten leidden, speelde regelmatig een spreuk door mijn hoofd. Ik had hem in mijn voorbereidingen wel ergens gelezen, maar begrijpen deed ik het pas onderweg. De spreuk: “Reiziger, er is geen pad. Het pad dat je voor je ziet baan je al gaande”. Zelfs op de geplande paden waren er verrassingen. Een camping die niet bleek te bestaan, iemand die mij gastvrij een maaltijd en een bed voor de nacht aanbood. Allemaal onvoorzien, allemaal anders dan verwacht en dat maakte het vaak zo leuk en mooi. Ik had wel te leren om met mijn onzekerheden om te gaan. Iedere dag weer de vraag waar ik zou kunnen eten en slapen. En dan leren om genoegen te nemen met het niet weten en met wat zich aandient. Zo ging het ook de afgelopen maanden. Zoveel momenten die ik niet had voorzien, zoveel momenten waarop ik even niet wist wat te doen, hoe verder te gaan. Zoveel momenten waarop ik er op moest durven vertrouwen dat het pad vanzelf zichtbaar zou worden en de goede kant op zou leiden. Telkens de vraag: wat heeft mijn moeder nu nodig? En zeker ook de vraag: wat heb ik nu nodig? Die tweede vergat ik nog wel eens te beantwoorden en ernaar te handelen. Gaandeweg werd de band met mijn moeder steeds sterker en intenser. Wat ik tevoren niet had verwacht en bedacht is dat ik mij ook steeds meer bewust werd hoe belangrijk mijn familie en vrienden, en zeker mijn vriendin, hierin werden. Mijn verhaal kunnen vertellen, steun en begrip krijgen bleken van veel meer betekenis voor me dan ik dacht. Mijn gebruikelijke houding is dat ik alles wel alleen aan kan. Hoe moeilijker de situatie, des te sterker die neiging. Mooi niet dus. Dat niet alles alleen kunnen ging nu niet over meedenken bij het nemen van besluiten. Het ging om het gevoel gedragen te worden door mensen die meeleven. Een beetje zoals vroeger toen ik nog marathons liep en mensen langs de kant stonden te juichen en mij met hun enthousiasme kracht gaven. Nu gaven de mensen om mij heen mij rustpunten, het gevoel goed bezig te zijn, soms ook richting. Zij herinnerden mij er terecht aan dat ik goed voor mijzelf moest blijven zorgen. Die vriendschaps- en familieverbanden blijken dan opeens een nieuwe invulling te krijgen, werden voor mij opeens in een nieuwe dimensie een stuk waardevoller. Om over mijn lief maar te zwijgen. Zonder haar aanhoudende stroom van liefde had ik het ongelooflijk veel zwaarder gehad. Hoe gemakkelijk ik ook denk dat ik alles zelf wel aan kan, ik ben geen eenling, ik hoor bij mensen die van mij houden en waar ik op kan en mag leunen als dat nodig is. Naast de band die ik met mijn moeder heb gecreëerd , is dat voor mij de meest waardevolle constatering. Wat er ook gebeurt, ik sta er nooit alleen voor. Ik hoef me alleen maar open te stellen en de mensen om mij heen toe te laten. Bij alle deuren die zich achter mij gesloten hebben is dat een prachtige deur die zich opent.