7 november 2021
Verdeeldheid
Dit was geen leuke week. En dat lag niet aan het weer, was het maar waar. Kou, regen, de eerste nachtvorst, mist, het hoort er allemaal bij. En dat heeft zeker zijn charme. Lekker knus binnen zitten terwijl de regen tegen de ruiten klettert heeft ook wel wat. Weer wintertijd en dus erg vroeg donker vind ik minder. Ik ben meer van lekker in de zon en nog lang op mijn balkon zitten en zo.
Nee, de week was niet leuk door andere oorzaken. Een kennis die onverwacht overlijdt. Triest, ik schrok van het bericht. Zij kon gelukkig in het ziekenhuis terecht. Dat geldt helaas niet voor veel anderen. De coronacijfers lopen weer schrikbarend hard op. Gisteren ruim 12.000 besmettingen op één dag, net geen record. Sinds het begin van de crisis waren er maar drie dagen met meer besmettingen. En weer zo’n honderd sterfgevallen per week. Hoeveel volgende week? En de weken daarop? En dan hoor ik mensen zeggen: daar kon je op wachten toen ze ruim een maand geleden het afstand houden en zo weer afschaften. Het trieste is alleen dat dit soms dezelfde mensen zijn die zich zelf ook niet aan de regels houden, die zich gedragen alsof er geen virus of crisis bestaat. Het is afschuwelijk dat er weer zoveel mensen doodziek worden, er aan overlijden. Dat er anderen in het ziekenhuis niet geholpen kunnen worden omdat hun behandeling door corona alweer moet worden uitgesteld. Waardoor ze soms eerder overlijden dan nodig is. Als iemand de vaccinatie weigert en vervolgens aan corona overlijdt denk ik: triest, jammer, maar dat is het gevolg van jouw eigen keuze. Als iemand aan een andere kwaal overlijdt omdat er door corona in het ziekenhuis geen plek is, denk ik: afschuwelijk om te moeten sterven door het asociale gedrag van anderen. Want degenen die vaccinatie weigeren willen wel graag naar het ziekenhuis als zij corona krijgen. Ik ken in ieder geval niemand die in dat geval ervoor koos gewoon thuis te blijven. Als je niet gevaccineerd wil worden: oké, prima, dat is jouw goed recht. Maar wat mij betreft: iedereen, gevaccineerd of niet gevaccineerd, doe jezelf en je medemens een plezier en denk alsjeblieft nog eens goed na over de consequenties van jouw keuzes en gedrag.
Wat ik ook heel erg vind, zo niet erger, is dat de verdeeldheid in onze maatschappij alleen maar steeds groter en zichtbaarder wordt. Voor- en tegenstanders van vaccinatie en maatregelen komen steeds grimmiger tegenover elkaar te staan. Nu is die verdeeldheid niet nieuw. En de daarmee gepaard gaande verruwing en zelfs gewelddadigheid evenmin. In ons eigengereide landje komen we al heel lang luid en duidelijk voor onze mening uit. Maar helaas zijn we nu op het punt dat doodsbedreigingen aan het adres van andersdenkenden gemeengoed beginnen te worden. Ooit stonden de Nederlanders wereldwijd bekend als een tolerant volk. Maar nu? Allang niet meer. Wat is dat toch, dat er zoveel mensen zijn die hun mening verkondigen en steeds weer claimen dat die gerespecteerd moet worden. Maar dat diezelfde mensen tegelijkertijd geen enkel respect hebben voor de mening van een ander. Die kritiek hebben als ze weerwoord krijgen en er vervolgens niet voor terugschrikken zelf agressief om te gaan met andersdenkenden.
Voor mij zit de kracht van een samenleving juist in het accepteren van de tegenstellingen, in het kunnen luisteren naar het andere standpunt, in het streven naar een situatie waarin van alle kanten het goede wordt meegenomen. Toen ik nog programma’s voor managementtrainees ontwierp en uitvoerde was dat juist het eerste waar ik met de deelnemers naar op zoek ging: waarin verschillen we van elkaar, hoe vullen we elkaar daarmee aan, wat kunnen we dus ook van elkaar leren. Dat leidde doorgaans tot goede resultaten waarbij onderlinge competitie goed samenging met elkaar ondersteunen waar dat nodig was.
Voor wat er nu in de maatschappij gebeurt heb ik helaas geen programma. Ik kan alleen maar proberen andere standpunten te begrijpen en te accepteren. Wederzijds begrip en respect is de enige manier om van die verdeeldheid af te komen. Ik kan slechts mijn best doen om het zelf goed te doen. En hopen dat er meer mensen zijn die dat doen en daarmee een goed voorbeeld geven.
Gelukkig kon ik de week wel goed afsluiten met een lange boswandeling met een paar vrienden en vriendinnen. Ik dacht dat de paddenstoelentijd wel voorbij was. Daar zat ik dus flink naast, eindeloos veel in allerlei soorten. De een nog mooier dan de ander. En natuurlijk goede gesprekken. Hoe beroerd een situatie ook is, door in harmonie met elkaar samen te zijn in plaats van in strijd tegen elkaar in te gaan zijn er altijd lichtpuntjes. Het lijkt me een goed uitgangspunt voor een gezonde samenleving die we nu hard nodig hebben.

14 november 2021
Gezond verstand
Ik schrijf iedere week over wat mij bezig houdt. Een soort dagboek waar iedereen in mag meelezen. Het risico dat ik misschien soms een oude zeur wordt gevonden neem ik op de koop toe. Deze keer zeker, want ik wil het toch echt alweer over corona hebben, maar eigenlijk vooral over gezond verstand.
Ik zat op 11 november, het begin van carnaval, in stomme verbijstering te kijken naar beelden van een uitgaansstraat in Den Bosch. Afgeladen, stampvol feestende mensen, dicht opeen gepakt. Volgens het nieuws 25.0000 bezoekers. En een burgemeester die verklaart dat het allemaal goed gaat. Feestgangers die op straat geïnterviewd worden en die verklaren dat iedereen gevaccineerd is en dus alles veilig. Ik snap daar echt helemaal niets van. Hoe komt zo’n burgemeester op de gedachte dat het goed ging, leest hij geen kranten, kijkt hij geen tv? En zo’n feestganger, denkt die nou echt dat iedereen op straat zich braaf heeft laten inenten? Hoe weet hij dat, is ie het iedereen even gaan vragen? Heeft hij echt niet door dat valse QR-codes volop te koop zijn? En iedereen maar roepen: het ligt niet aan ons! Aan wie dan wel? Waar komen al die besmettingen dan vandaan? Toen ik een paar maanden terug op Tenerife was viel het op dat daar iedereen zich zonder morren goed aan de regels hield. Zijn de mensen die zich van de regels niks aantrekken nu echt zo eigenwijs en zo dom?
Het laat zich voor een deel verklaren door een paar psychologische verschijnselen. Het meest voor de hand liggend is natuurlijk de gedachte dat ik in mijn eentje toch geen verschil kan maken, dat het niet uitmaakt wat ik doe. Wat ook van toepassing is: gevaar went. Als je een tijdje in een onveilige situatie zit en je wordt niet persoonlijk geraakt dan neemt de angstbeleving af. Toen ik nog outdoor-trainingen in de Ardennen begeleidde moest ik mezelf er steeds weer aan herinneren dat het niet minder gevaarlijk werd om langs een afgrond te lopen omdat ik dat al honderd keer had gedaan. Het voelde alleen veiliger. Tot op een dag een bevriende trainer er twintig meter omlaag viel. Helaas, hij heeft het niet overleefd. Maar ik lette daarna wel meteen weer extra goed op, omdat het gevaar heel dichtbij kwam.
Een ander verschijnsel is wat cognitieve dissonantie heet. Het is een soort onrealistisch geloof in de onschendbaarheid van de eigen integriteit. Net doen of iets mij niet zal gebeuren. Dat roken tot longkanker leidt weten alle rokers echt wel, maar bij een flink deel van hen leeft de overtuiging dat dit alleen anderen overkomt. Een vijfde van de Nederlanders zal gaan lijden aan een vorm van dementie. Maar toegeven dat het gebeurt? Nee hoor, gewoon vergeetachtigheid.
Ik ken het verschijnsel zelf maar al te goed. Ik leef gezond, dus wat kan mij nu overkomen? Tot ik een paar jaar geleden te horen kreeg: sorry meneer, maar u heeft prostaatkanker. En uitgezaaid, dus ongeneeslijk, uiteindelijk is er niets meer aan te doen. Kon ik meteen dag met mijn handje zwaaien naar mijn idee van onkwetsbaarheid. Van de week zat ik naar het tv-programma “For one night only” te kijken waarin aandacht werd gevraagd voor het vroegtijdig opsporen van kanker. Aangrijpende verhalen van mensen bij wie dat gelukkig voor hen goed was gegaan. Doordat het onder hun aandacht was gebracht, zij hun gezond verstand hadden gebruikt en de moed hadden gehad de signalen onder ogen te zien. Ik had graag gewild dat het bij mij ook op tijd was ontdekt.
Toen ik indertijd na het bericht de schok te boven was kon ik kiezen, het groot en zwaar maken of mijn gezond verstand en wat humor gebruiken. Ik weet wel dat ik er eens aan dood ga, maar voor die tijd kom ik misschien wel gewoon onder de tram. Zal overigens bij gebrek aan tram in mijn dorp waarschijnlijk niet gebeuren. Die cognitieve dissonantie is ook wel fijn, want daardoor kan ik positief in het leven blijven staan en me iedere dag richten op en genieten van al het goede.
Waarom dit verhaal? Twee redenen. Ten eerste: ellende als kanker en ander leed waar angst, ontkenning en schaamte aan kleeft moet bespreekbaar zijn. Dan kan er iets aan worden gedaan, dat redt mensenlevens. En ik wil daar graag aan bijdragen. En ten tweede: laten we ophouden onze energie te verspillen aan het elkaar als tegenstander te zien. Laten we strijden tegen het virus in plaats van tegen elkaar, samen de schouders eronder, dan komen we er uit. Het lijkt mij hartstikke belangrijk dat het gevaar ervan niet wordt ontkend of gebagatelliseerd. Heb de moed om kritisch naar jezelf te zijn. Wat mij betreft: vooral je gezond verstand gebruiken, inenten, afstand houden en zo. Het kan je eigen leven en dat van je medemens redden. Lijkt mij heel wat meer waard dan een feestje op straat.

21 november 2021
Verbijstering
Verbijstering, leuk woord wel. Er zit “bijster” in, dat verdwaald, kwijt betekent. Je zou toch denken dat, naarmate ik ouder wordt, ik ook wat wijzer word en wat beter begrijp hoe de wereld in elkaar zit. Nou nee, mooi niet dus. Eerder omgekeerd. Ik heb het gevoel dat er steeds meer is dat ik niet kan verklaren of beredeneren. Ik raak in de wereld van vandaag soms aardig de weg kwijt. Maar dan vooral doordat er nogal wat mensen zijn die ook het spoor bijster lijken zijn en daardoor wonderlijke besluiten nemen en dito gedrag vertonen. Helaas ook in de regering.
Een paar van de vele voorbeelden? Mensen die zich niet willen laten vaccineren maar zich wel opzettelijk willen besmetten om immuun te worden. Mensen die wel het recht op een eigen mening en respect daarvoor opeisen maar dat de ander desnoods met geweld ontzeggen. Een klimaatconferentie die weer bol staat van de loze beloftes, daar zullen onze kinderen en kleinkinderen ons later echt niet dankbaar voor zijn. Een situatie in de Tweede Kamer, waarbij een andersdenkend Kamerlid met een tribunaal wordt bedreigd. En een Kamervoorzitter die dit afdoet met “jammer”. Een demonstratie in Rotterdam die ontaardt in een complete veldslag met nogal wat gewonden tot gevolg, om van de materiële en morele schade maar te zwijgen. Hebben we corona niet meer nodig om onze samenleving naar de ratsmodee te helpen? Een overheid die al meer dan anderhalf jaar zegt dat we vooral de zorg moeten beschermen. Maar die heel serieus heeft overwogen om het vuurwerk met oudejaar dit jaar wel goed te vinden. Want dat zou de zorg niet te veel belasten. Terwijl die zorg bij het huidige record aantal besmettingen binnenkort mogelijk naar code zwart gaat. Dan gaat de familie van de dodelijke slachtoffers daarvan ook hevig muiten, vrees ik. En de vuurwerkhandel die het alsnog afgekondigde verbod vervolgens onbegrijpelijk vindt. Serieus?
Maar goed, ik kan gelukkig van alles en nog wat op een wat ongebruikelijke manier bekijken en opvatten. Veel van mijn gevoel voor humor is er op gebaseerd. En ik kan behoorlijk eigenzinnig zijn. Vertel mij wat ik doen moet, en ik doe het dan waarschijnlijk juist niet. Dat begon lang geleden al. Op de lagere school kreeg ik het advies mee om naar het gymnasium te gaan. Dat zou ik met mijn ogen dicht en twee vingers in mijn neus fluitend moeten kunnen doorlopen, zo werd mij verzekerd. Nou ja, als ik dat kunstje met die ogen, vingers en fluiten zou kunnen uitvoeren, dan moest het gymnasium toch helemaal een eitje zijn. Nietwaar?
Niet waar, dus. Ze hadden er bij het advies absoluut geen rekening mee gehouden dat ik gewoon een forse tegenzin had om naar school te gaan en het rigoureus vertikte om huiswerk te maken. Het werd de HBS, waar ik een paar jaar langer over deed dan de vijf jaar die er voor stond. Ik had wel vaak ruzie met de directeur omdat ik zo mijn eigen ideeën en opvattingen had over wat kon en wat niet kon. Een heel erg boze brief aan mijn ouders heb ik nog steeds als aandenken.
In mijn werk heb ik altijd veel plezier gehad van mijn vermogen om iets anders te bezien en me te verwonderen. Gewoon niet alles wat mijn klanten zeggen voor zoete koek aannemen, me afvragen waarom ze iets doen, wat ze bedoelen met wat ze zeggen. En dus vragen stellen. Dat leidde soms tot verrassende inzichten, en daar ging het natuurlijk ook om. Nadenken en daardoor met andere opvattingen en nieuwe inzichten verder kunnen op wegen die daarvoor onzichtbaar of onbegaanbaar leken. Een beetje luis in de pels dus. Gelukkig waren anderen dat soms ook voor mij. Een vriendin zei mij eens, na mijn stuk gelopen huwelijk, dat de vrouw waar ik dacht mee getrouwd te zijn, nooit had bestaan. Met andere woorden: ik had in mijn verliefdheid een beeld van haar opgebouwd dat niet klopte en dat nooit meer bijgesteld. Ik zag haar niet zoals ze echt was, kende haar niet echt. Een werkelijk heel goede opmerking, behoorlijk schokkend en verhelderend om te horen. Want ik heb natuurlijk ook mijn aannames, oordelen en vooroordelen. Lekker makkelijk, want dan hoef ik niet na te denken. Maar soms dus ook behoorlijk lastig, omdat ze ongemerkt steeds meer van de werkelijkheid kunnen afwijken. Uiteindelijk is dat een doodlopende weg. Het gaat er om dat ik nadenk, kritisch naar mezelf blijf kijken, weet wat ik wil en belangrijk vind en daarop mijn eigen keuzes baseer. Dus juist in deze tijd maar liever een beetje mijn eigen luis in mijn eigen pels zijn.

28 november 2021
Lachen
Zo, de afgelopen paar weken waren mijn schrijfsels behoorlijk serieus en weinig opmonterend. Maar het moest mij van het hart in de hoop dat mensen nadenken over hun gedrag en de gevolgen daarvan en in de hoop dat het tot discussie daarover leidt. Maar voor nu even genoeg. Ik laat het nu bij: niet teveel zeuren over beleid maar het gewoon zelf zo goed mogelijk doen.
Tijd voor wat vrolijker en lichtere kost, tijd om ook weer eens te kunnen lachen of op zijn minst te glimlachen. Het belangrijkste bij lachen is, dat ik het vooral om mezelf kan doen. Dat betekent dat ik kan relativeren en -belangrijker nog- leren. Het helpt om niet te zwaar te tillen aan de fouten die ik natuurlijk onvermijdelijk af en toe maak. Soms is het alsof ik een tijdje heb lopen zoeken naar de map met zoekgeraakte stukken. Dan heb ik iets onzinnigs of onlogisch gedaan, waar ik achteraf om kan grinniken. Zoals iets niet opmeten en vervolgens verkeerd inschatten: daar heb ik immers geen duimstok of schrijfhaak bij nodig. Om het dan verkeerd af te zagen. Dus opnieuw en het vervolgens weer fout doen omdat ik in dit soort dingen vaak wat gemakzuchtig ben. En ja, er zijn natuurlijk ook nog fouten die gewoon te leuk zijn om ze maar één keer te maken.
De afgelopen weken ben ik er een paar keer op uit getrokken om paddenstoelen te fotograferen. Dat is dan zo’n kort durende manie van mij die vanzelf eindigt bij de eerste echte nachtvorst. Ik ben er werkelijk prachtige tegengekomen. Sommige leken mij eetbaar. Nu zijn natuurlijk alle paddenstoelen eetbaar, maar de meeste maar één keer. Ik blijf er dus maar liever van af, een foto ervan is genoeg. Ik moest onwillekeurig terugdenken aan een kennis die kans heeft gezien alle in Nederland voorkomende paddenstoelen te fotograferen en dat te bundelen in prachtige fotoboeken. Er waren soorten bij die wel buitenaards leken. Nooit geweten dat er in ons landje zo veel verschillende en zulke mooie zijn. Zijn kinderen vertelden mij eens dat zij het heel normaal vonden als hun vader op een wandeling in de herfstvakantie ineens spoorloos verdwenen leek. Ach, zei zijn zoon, gewoon even naar beneden kijken want dan ligt hij weer eens languit op zijn buik in de modder om een foto te maken. Maar goed, hij heeft mij dus wel een beetje aangestoken met het paddenstoelenvirus. Ze goed op de plaat krijgen valt overigens niet altijd mee. Als de dingen die je doet meestal niet meteen lukken kun je beter niet gaan parachute springen. Bij het fotograferen van paddenstoelen is het gelukkig niet erg als het niet meteen lukt. Ze lopen niet weg, staan er een paar dagen later ook nog wel. Voor sommige ben ik gewoon even teruggegaan, had ik meteen een goede aanleiding om weer te gaan wandelen. Zo door het bos lopend, camera in de hand, voel ik mij intens gelukkig. Speurend naar paddenstoelen, mij soms vergissend omdat iets moois verderop gewoon een blaadje blijkt te zijn, zijn er even geen zorgen en gedachtespinsels. Dan is er alleen maar schoonheid om mij heen. En af en toe een vriendelijk groetende wandelaar. Eigenlijk heb ik mijn camera niet nodig, kan ik ook zonder dat ding oprecht genieten van het moment. Maar het fotograferen voegt er voor mij toch wel iets aan toe. En nee, ik ga niet op mijn buik in de modder liggen. Mijn knieën maken het mij dan knap lastig bij het weer overeind komen. Gelukkig heeft mijn camera een schermpje dat ik uit kan klappen om te zien wat ik doe. Zodat ik alleen maar hoef te bukken of te hurken.
Het is met alles maar net hoe ik in het leven wil staan, waar stop ik mijn energie in, wat vind ik belangrijk, waar richt ik mij op? Ter illustratie: een spoortunnel. De pessimist die daar loopt denkt: jemig, wat donker, dat zal wel doodlopen. De optimist denkt: ik zie geloof ik een glimp van licht aan het eind. De realist denkt: als dat licht dan maar niet de koplamp van een trein is. De machinist van de trein denkt: waarom lopen er drie idioten op de rails? Ik hou wel van die mix van optimisme en realisme. En soms kan ik me net als de machinist erg verwonderen over iets. Waardoor ik nogal eens in de lach schiet.
